Hier is wat informatie. Wel wat veel hoofdletters, maar jaEr is een vallei, die op vrij grote hoogte ligt in de uitlopers van de Himalaya-Tibet bergketen.
Rondom is zij door hoge bergen omringd, uitgezonderd aan de noord-oostzijde, waar in de bergketen een nauwe opening is.
De vallei heeft derhalve de vorm van een fles, met de hals van de fles naar het noord-oosten en tamelijk wijd uitlopend aan de zuidzijde. Aan het noordelijke einde, dicht bij de hals van de fles, vindt men een grote platte rots.
Er zijn geen bomen of struiken in de vallei die begroeid is met een soort grof gras, doch de berghellingen zijn geheel begroeid met bomen.
Ten tijde van de Volle Maan in Mei beginnen bedevaartgangers uit alle omringende streken daar samen te stromen.
De heilige mannen en lama’s vinden hun weg naar de vallei en vullen het zuidelijke en middengedeelte, terwijl ze het noord-oostelijke deel betrekkelijk vrijlaten.
Daar, zo zegt de legende, verzamelt zich een groep van die Grote Wezens, die de Bewaarders op Aarde zijn van Gods Plan voor onze planeet en voor de mensheid.
Hoe wij deze Wezens noemen doet niet zoveel ter zake.
De Christenen mogen er de voorkeur aan geven om te spreken van Christus en Zijn Kerk en Hen beschouwen als de Grote Wolk van Getuigen, Die de mensheid de uiteindelijke verlossing waarborgen.
De esoterici der wereld moge Hen de Meesters van Wijsheid noemen, de Planetaire Hiërarchie, Die in Haar diverse graden geleid en onderricht worden door de Christus, de Meester van alle Meesters en de Leraar zowel van Engelen als van mensen.
O wij kunnen Hen de Rishis der Hindoe Geschriften noemen of de Gemeenschap van Verlichte Denkvermogens, zoals in de leringen van de Tibetaan.
Zij zijn de grote Intuïtieven en de Grote Broeders van onze meer moderne wijze van voorstelling en Zij zijn het aggregaat der volmaakte mensheid, die in Christus ‘ voetstappen zijn getreden en voor ons tot achter de sluier zijn doorgedrongen, ons een voorbeeld stellend om te doen zoals Zij hebben gedaan.
Zij, met Hun Wijsheid, Liefde en Kennis, staan als en beschermende muur om onze mensheid heen en trachten ons, stap voor stap, verder te leiden (zoals ook Zij in Hun tijd werden geleid) van duisternis naar licht, van het onwerkelijke naar het werkelijke en van de dood naar onsterfelijkheid.
Deze groep van kenners der Goddelijkheid zijn de voornaamste deelnemers aan het Wesak Feest.
Zij stellen zich op aan de noord-oostelijke zijde der vallei in concentrische kringen (overeenkomstig de status en de graad van Hun inwijding) en maken zich gereed voor een grote daad van dienstbetoon.
Voor de rots, met het gezicht naar het noord-oosten, staan Die Wezens Die door Hun Discipelen "de Drie Grote Heren" genoemd worden.
Dit zijn de Christus, Die in het midden staat; de Heer der levende vormen, de Manoe, Die aan Zijn rechterzijde staat en de Heer der Beschaving, Die aan Zijn linkerzijde staat.
Deze drie met het gelaat naar de rots, waarop een grote kristallen schaal staat, gevuld met water.
Het is een interessante toelichting op deze ceremonie en haar werkelijkheid, dat allen die droomden eraan deel te hebben genomen, zich altijd wel bewust waren van de juiste plaats in het lagere gedeelte van de vallei, waar zij zelf hadden gestaan.
Iemand die het mij beschreef, verteld op een tamelijke afstand van één der zijden te hebben gestaan, vlakbij een boom waaraan een paard was gebonden; anderen schenen even goed te weten waar zij hadden gestaan. Enkelen beseften, dat de plaats en de positie welke zij in de menigte toeschouwers innamen duidelijk de evolutionaire status van de deelnemer aanwees.
Achter de groepen van Meesters, adepten, ingewijden en oudere werkers in Gods Plan, vindt men de werelddiscipelen en aspiranten in hun verschillende graden en groepen (of “in het lichaam“ of “buiten het lichaam“ om de woorden van Paulus aan te halen), die in deze tijd de Nieuwe Groep van Werelddienaren vormen.
Zij, die in hun stoffelijk lichaam aanwezig zijn, hebben hun weg erheen op de gewone wijze gevonden. Anderen zijn aanwezig in hun geestelijke lichaam, en in een droomtoestand.
Zou de “droom“ die zij later vertellen, niet de stoffelijke herkenning zijn van en de herinnering aan een innerlijk geestelijk gebeuren?
Naarmate het uur van volle maan nadert, daalt een stilte over de menigte – en allen zien naar het noordoosten.
Bepaalde rituele bewegingen hebben plaats waarbij de groepen van de Meesters en Hun discipelen van alle rangen symbolisch plaatsen innemen en op de vlakte in het dal betekenisvolle symbolen vormen zoals de vijfpuntige ster met de Christus aan het hoogste punt staande, of een driehoek met aan de top de Christus, of een kruis of andere welbekende formaties, die allen een machtige en diepe betekenis hebben.
Dit alles wordt uitgevoerd op de klank van zekere gezongen woorden en esoterisch zinnen, mantrams genoemd. De spanning in de wachtende, toeziende menigte wordt zeer groot en neemt voelbaar toe. Door de gehele menigte schijnt een stimulering of een machtige trilling te worden gevoeld, die als uitwerking heeft, de zielen der aanwezigen tot ontwaken te brengen, waardoor de gehele groep tot één geheel wordt samengesmolten en vermengd, en allen daarbij opheft tot een grote daad van een geestelijke bede, bereidheid en verwachting.
Het is de climax van de aspiratie der wereld, die in deze wachtende groep is samengetrokken. De drie woorden: bede, bereidheid en verwachting, beschrijven het best de atmosfeer die hen, die in deze verborgen vallei aanwezig zijn, omringt.
Het gezang en het ritmische bewegen worden sterker en alle deelnemers en de toeziende menigte heffen hun blik naar de hemel in de richting van het nauwe deel der vallei.
Enkele minuten vóór het juiste tijdstip van volle maan wordt in de verte een kleine stip aan de hemel zichtbaar. Deze komt nader en nader en neemt in helderheid en duidelijkheid toe, totdat men de vorm van de Boeddha waarneemt, gezeten in de Boeddha houding met gekruiste benen, gekleed in Zijn saffraankleurig gewaad, badend in licht en kleur, Zijn hand tot zegening geheven.
Wanneer Hij op het punt komt, precies boven de grote rots, in de lucht zwevend boven de hoofden der Drie Grote Heren, wordt een grote mantram, die slechts eens per jaar ten tijde van het Feest gebruikt wordt, door de Christus aangeheven en de gehele menigte valt met het aangezicht ter aarde. Deze Aanroep wekt een grote trilling of gedachtestroom op, die zo machtig is, dat zij van de groep aspiranten, discipelen en ingewijden die haar gebruiken, rechtstreeks tot God opstijgt.
Dit kenmerkt het verheven moment van intensief geestelijk streven gedurende het hele jaar en de geestelijke belevendiging van de mensheid en de geestelijke gevolgen blijven doorwerken gedurende de volgende maanden.
De uitwerking van deze Grote Aanroep is universeel of kosmisch en dient om ons te verbinden met dat kosmische centrum van geestelijke kracht, vanwaar alle geschapen wezens zijn gekomen.
Deze zegening wordt uitgestort, en aan de Christus – als Vertegenwoordiger der Mensheid – ter verdeling toevertrouwd.
Aldus, komt, volgens de legende, de Boeddha eens per jaar terug om de wereld te zegenen en door middel van de Christus vernieuwd geestelijk leven over te brengen.
Dan trekt de Boeddha zich langzaam in de verte terug, tot opnieuw slechts een flauwe stip kan worden waargenomen aan de hemel en tenslotte verdwijnt.
De gehele ceremoniële zegening vanaf het eerste verschijnen tot aan het tijdstip dat de Boeddha voor de mensheid (want Hij komt slechts terug ten koste van grote offers), is voorbij en Hij keert weer terug naar die hoge plaats, waar Hij werkt en wacht.
Jaar na jaar komt Hij terug om te zegenen, jaar na jaar, heeft dezelfde ceremonie plaats.
Jaar na jaar werken Hij en Zijn Grote Broeder – de Christus – ten nauwste samen voor het geestelijke welzijn van de mensheid.
In deze twee Grote Zonen Gods zijn twee aspecten van Goddelijk Leven samengetrokken en Zij werken als Bewaarders van de hoogste geestelijke kracht, waarop onze mensheid weerklank kan geven. Door de Boeddha wordt de Wijsheid Gods uitgestort.
Door de Christus wordt de Liefde Gods aan de mensheid geopenbaard, en het is deze Wijsheid en deze Liefde, die bij iedere Volle Maan van Mei over de gehele mensheid wordt uitgestort.
Zo luidt het oude verhaal en aldus is de legende van deze populaire geestdag in het Oosten.
Dit is de werkelijkheid, als wij het durven geloven en een denkvermogen bezitten, open genoeg om deze mogelijkheid te erkennen. Voor het Westen is het een vrij nieuwe begrip, dat om herziening van enkele onzer geliefde geloofsvoorstellingen vraagt.
Doch eenmaal gevat en begrepen zal er in ons bewustzijn een nieuw visioen oprijzen en de mogelijkheid voor het ras om HEDEN bewust een nieuwe bron en een nieuw centrum van geestelijke kracht aan te boren.
bron: http://wesakfeest.blogspot.com/ [u][i]