Net als de opkomst en ondergang van Atlantis een mysterie blijft, blijven de Dode Zee Rollen net zo
mysterieus.
Als grootste ontdekking van de moderne tijd blijven ze gehuld in een zweem van geheimzinnigheid;
bijbels en niet-bijbels; Joodse fragmenten.....een ontdekking in 1947 die de wereld op zn kop zette.
De Dode Zee-rollen verhalen over het leven van de joden en de eerste christenen tijdens het leven
van Jezus.
De eerste rollen werden in 1947 bij toeval gevonden in een grot in Qumran, Jordanië.
De vinder was een jonge bedoeïenherder die een schaap wilde vangen.
Het is niet mogelijk om de meer dan achthonderd handschriften, die door de rollen vertegenwoordigd
worden, na te gaan.
Een selectie uit de teksten die de afgelopen veertig jaar bestudeerd zijn, waaronder het merendeel
van de oude werken waarop de rollen gebaseerd waren en gepubliceerde teksten van grot 4.
Deze teksten zijn onder te brengen in verschillende categorieën:
Bijbelteksten,
Bijbelcommentaren,
Sektarische teksten,
Pseudo-epigrafische teksten, apocalyptische teksten en mystieke of rituele teksten.
Wat staat er in de rollen?
Grot 1:
Grot 1 werd ontdekt door de Arabische herdersjongen.
Hij haalde er zeven min of meer complete rollen en enkele fragmenten uit:
Jesaja A (1QJes a):
De Jesajarol van het Sint-Markusklooster is een eenvoudige kopie met talrijke correcties boven de
regels en in de kantlijn.
Het is het oudste bekende exemplaar van een compleet Bijbelboek.
Jesaja B ( 1QJes b):
De Jesajarol van de Hebreeuwse Universiteit is niet volledig, maar de tekst ervan komt meer
overeen met de Masoretische tekst dan Jesaja A.
(Masoretische Tekst= Hebreeuwse tekst van de joodse Bijbel (Tenach), deze werd en wordt ook veel
gebruikt als grondtekst voor vertalingen van het Oude Testament in protestantse Bijbels (en sinds enkele decennia ook voor rooms-katholieke Bijbels)Andere fragmenten uit grot 1:
Deze grot leverde ook gedeelten van Genesis, Leviticus, Deuteronomium, Rechters, Samuël, Jesaja,
Ezechiël, Psalmen en een aantal niet Bijbelse werken waaronder Henoch, de Uitspraken van Mozes
(voorheen onbekend), Jubileeën, het Boek van Noach, het Testament van Levi, Tobit en de Wijsheid
van Salomo.
Een interessant fragment, Daniël 2:4, (waar de taal van Hebreeuws overgaat op Aramees) is ook uit
deze grot afkomstig, evenals fragmenten van commentaren op de Psalmen, Micha en Zefanja.
Grot 2:
Grot 2 werd ontdekt en leeggestolen door Bedoeïenen.
Hij werd onderzocht in 1952. Hier werden gedeelten van zo’n honderd handschriften, waaronder
twee van Exodus, een van Leviticus, vier van Numeri, twee of drie van Deuteronomium, een van resp.
Jeremia, Job en de Psalmen, en twee van Ruth, gevonden.
Grot 4:
Grot 4 werd na geplunderd te zijn door Bedoeïenen doorzocht in september 1952, en bleek de meest
productieve grot van allemaal te zijn.
Letterlijk duizenden fragmenten werden gekocht van de Bedoeïenen of ontdekt door archeologen die
het stof op de bodem van de grot uitkamden.
Deze snippers vertegenwoordigen honderden handschriften, waarvan er bijna vierhonderd
geïdentificeerd zijn.
Ze bevatten honderd exemplaren van Bijbelboeken – alle oudtestamentische boeken behalve Ester.
Een fragment van Samuël uit grot 4 (4QSam b) wordt verondersteld het oudste stukje Bijbels
Hebreeuws te zijn.
Het dateert uit de
3e eeuw v. Chr. (!) Er zijn ook wat fragmenten van commentaren op de Psalmen, Jesaja en Nahum gevonden.
Men neemt aan dat de collectie van grot 4 de hele breedte van de bibliotheek van Qumran
vertegenwoordigt en gezien de verhoudingen tussen de aantallen gevonden boeken, lijken
Deuteronomium, Jesaja, de Psalmen, de kleine profeten en Jeremia (in die volgorde), hun favorieten
geweest te zijn.
Binnen één fragment dat een stukje van Daniël 7:28 en 8:1 bevat, gaat de taal over van Aramees
naar Hebreeuws.
Gestimuleerd door de winstgevende vondsten bij Qumran, zochten de Bedoeïenen verder en vonden
ten zuidoosten van Bethlehem grotten die gedateerde handschriften en documenten over de Tweede
Joodse Opstand (132-135 n. Chr.) bevatten.
Systematisch onderzoek van deze grotten begon in januari 1952.
De later gedateerde handschriften waren nuttig voor de vaststelling van de ouderdom van de Dode
Zeerollen.
Uit deze grotten kwam nog een rol met de kleine profeten, vanaf de tweede helft van Joël tot en met
Haggaï, die de Masoretische tekst sterk ondersteunt.
Hier werd ook de oudste bekende Semitische papyrus gevonden, een palimpsest, voor de tweede
maal beschreven in het oude Hebreeuwse schrift (daterend uit de 7e/8e eeuw v. Chr.)
Het belang van de Dode Zeerollen voor de tekstkritiek is af te leiden uit de volgende inzichten van
oudtestamentici:
Eerst en vooral voeren de Dode Zeerollen de tekstwetenschapper zo’n duizend jaar verder terug in
de geschiedenis dan eerder ontdekte Hebreeuwse handschriften.
Vóór de ontdekkingen van Qumran dateerden de oudste complete exemplaren van oud
testamentische boeken van ongeveer het begin van de tiende eeuw n. Chr.
Het oudste complete exemplaar van het hele Oude Testament dateerde uit het begin van de elfde
eeuw n. Chr.
De Dode Zeehandschriften geven dus veel oudere bewijzen voor de tekst van het Oude Testament
dan alles wat daarvoor bekend was.